De evolutie van de ruimtelijke ordening in België (1970-2015) en de effecten op het woon-werkverkeer

In deze bijdrage belichten we de evolutie van de ruimtelijke ordening (het ruimtelijk beslag) gedurende de afgelopen decennia in België en de effecten ervan op het woon-werkverkeer.

Inzicht in de woon-werkdynamiek is belangrijk voor het beleid inzake wonen en werken en de relatie tussen beide.  Daarbij stelt zich de vraag of mensen gaan wonen waar de kans op een geschikte baan optimaal is (wonen volgt werken) dan wel dat instellingen en bedrijven zich eerder vestigen op plaatsen waar veel arbeidspotentieel beschikbaar is (werken volgt wonen).  In België blijkt dit vooral dit laatste het geval te zijn : vaak werken we niet waar we wonen.

We gaan nader in op deze vaststelling aan de hand van censusgegevens over het woon-werkverkeer in België en gegevens over de bevolkingsevolutie in de periode 1975-2015.

Met behulp van de Global Human Settlement Layer (European Commission Science Hub) - een rasterbestand met een schat aan informatie over de bevolking op een zeer laag aggregatieniveau - analyseerden we in de eerste plaats de evolutie van de bevolking in België.  Hiervoor gebruikten we de GHSL-data om een vergelijking te maken tussen de bevolking in resp. 1975 en 2015, telkens binnen een grid van 1 km op 1 km.  De evolutie van de bevolkingsdichtheid in België is voorgesteld in onderstaande mapping.

bevdichtheid.png

De afgelopen vier decennia is de bevolkingsdichtheid het sterkst gestegen in de buitenstedelijke agglomeraties.  Deze evolutie geldt het meest uitgesproken in Vlaanderen.  Eén van de gevolgen van deze ruimtelijke bevolkingsevolutie is dat de actieve bevolking die woont buiten de steden beroepshalve vaak de verplaatsing maakt naar steden die een belangrijke functie vervullen op het vlak van de verzorgende werkgelegenheid (overheid, scholen, detailhandel) en de zakelijke dienstverlening.

kernel_densiteit_bevolkingsevolutie_belgie_1975_2015.png

Het aanzuigeffect van steden op de werkgelegenheid blijkt eveneens uit onderstaand cartogram waarin de grootte van de gemeenten voorgesteld wordt op basis van de beroepsbevolking die er actief is. Dit geeft een beeld van werkplaatsconcentraties. Vooral in Brussel-hoofdstad en de noordrand van Brussel overstijgt het aantal beroepsactieven ruimschoots de bevolking die woonachtig is in deze gemeenten.

cartbel.png

De censusgegevens over woon-werkverplaatsingen tussen de gemeenten zijn eveneens gebruikt om een vergelijking te maken tussen de beroepsactieve bevolking die woont én werkt in dezelfde gemeente (residente beroepsbevolking), de actieve beroepsbevolking die van andere gemeenten afkomstig is (instroom) en de actieve beroepsbevolking die buiten de gemeente gaat werken (uitstroom).  Onderstaande punt-densiteitsmap toont ook hier aan dat steden belangrijke werkgelegenheidspolen zijn.  Op enkele uitzonderingen na "kleurt" met name het buitenstedelijke gebied in Vlaanderen (in de driehoek Gent-Antwerpen-Brussel) hoofdzakelijk blauw door de uitstroom van beroepsactieven.

complot4.png
Previous
Previous

Discovering relationships in textual data : Exploring text mining with VOSviewer and Wordij : Part 1

Next
Next

Text mining of social media content